Hoeveel krijgt een boer voor zijn melk?

Er is geen simpel antwoord op de vraag hoeveel een boer krijgt voor een liter melk van een ‘melkfabriek’ zoals Campina.

Betalen per kilo melk

Tankwagen die melk ophaalt

Zo wordt melk niet per liter, maar per kilo afgerekend. Dit komt omdat er in een liter melk méér zit dan in een liter water. 1 liter melk weegt 1,032 kilo (een liter water weegt 1 kilo).

Vervolgens krijg je niet betaald voor elke kilo melk, maar voor de voedingsstoffen eiwit, vet en lactose die in de melk zitten. De prijs hiervoor kan elke keer als de melk wordt opgehaald anders zijn. Meestal blijft de prijs ongeveer gelijk.

In november kregen wij op een afschrift de volgende prijzen:

  • voor een kilo eiwit kregen we 7,67 euro
  • voor een kilo vet kregen we 3,84 euro
  • voor een kilo lactose kregen we 77  cent

Vet wordt in de fabriek onder andere gemaakt om boter mee te maken. Boter is op het moment minder waard en de prijs voor vet is daardoor ook gedaald. Kaas is in prijs gestegen en daar heb je eiwitten voor nodig. Daarom is die prijs hoog.

Voedingstoffen verschillen per seizoen, per bedrijf en per koe

De prijs voor de voedingsstoffen kunnen veranderen, maar ook de voedingsstoffen die de koeien geven veranderen. Afhankelijk van wat een koe eet, zitten er meer of minder eiwitten, vetten of lactose in de melk. Wanneer de koeien buiten in de wei lopen of op stal staan verandert de voedingsstoffen in de melk, maar ook bijvoeren met snijmais of soja restanten. De melk verandert ook door het weer en de seizoenen: door kortere of langere dagen, temperaturen en luchtvochtigheid.

De ene week kunnen er bijvoorbeeld meer eiwitten in de melk zitten omdat de koeien gras eten van een ander stuk land. De prijs die de boer voor de melk krijgt is dan anders. Dit is ook de reden waarom de melk van elke boerderij en zelfs van elke koe anders smaakt.

Als boer kun je dus een keer minder melk leveren aan de melkfabriek, maar als je eiwitgehalte hoog is in die melk, kun je tóch meer geld krijgen. In een recente melklevering hadden we 3,77% eiwit, 4,76% vet en 4,48% lactose in onze biologische melk zitten en dat leverde ongeveer 53 cent per liter melk op.

Bij Campina doen ze meer dan alleen de melk in pakken doen; ze zorgen er ook voor dat elke keer als je melk koopt, deze hetzelfde smaakt. Ze zorgen ervoor dat er dezelfde hoeveelheid eiwitten en vetgehalten in de melk zitten. Standaardisatie heet dat. Beetje saai misschien, maar dan heb je ook geen verrassingen.

Hou je wel van verrassingen?

Wil je wel eens verrast worden en kijken of je verschillen proeft in de melk? Boek een rondleiding en kom eens melk proeven met de melksommelier op onze boerderij.

Hoe worden koeien gemolken?

Elke ochtend en elke avond worden de koeien van Hoeve Ackerdijk in de melkput gemolken. De koeien worden in de stal verzameld en gaan dan in groepjes van 5 naar de melkput. 

De melkput heet zo omdat de boer in een soort put staat zodat hij (of zij) niet hoeft te bukken bij het melken. De uiers van de koe bevinden zich, heel handig, op ooghoogte.

Koeien melken met de melkmachine 

Op Hoeve Ackerdijk melken we de koeien met een melkmachine. Eerst maakt de boer de uiers schoon en dan wordt de machine aan de uiers van de koe gehangen. De machine melkt vervolgens de koe en stopt ook zelf.

De melk komt ondertussen in een aparte glazen bak terecht. Zo kan de boer zien hoeveel melk de koe heeft gegeven en, als de melk apart gehouden moet worden bijvoorbeeld voor een kalfje, kan de melk makkelijk in een emmer worden gedaan.

Dan gaat de melk door een eerste filter en wordt gekoeld in een kleine melktank. Als die melktank vol is, gaat de koele melk naar de grote melktank. Daar kan wel zo’n 5.000 liter melk in, die op zo’n 4 graden wordt bewaard. Twee keer per week komt er een tankwagen langs om de biologische melk op te halen. 

Grote melktank waarin alle melk wordt bewaard tot het wordt opgehaald.
Grote melktank voor 5.000 liter melk

Deze en andere (kinder)vragen krijgen we op onze open dagen of als er klassen langskomen op de boerderij. Ook eens langskomen? Dat kan!

Wat is het verschil tussen biologische en gewone melk?

Biologische melk wordt geproduceerd op een manier die beter is voor de koe, het land en het milieu in vergelijking met gewone melk.

Biologische melk komt van een biologische melkveehouderij, gewone melk komt van een boerderij die we intensieve of gangbare melkveehouderij noemen.

Dit zijn de belangrijkste dingen die biologische boeren anders doen:

  • geen kunstmest
  • geen chemische middelen
  • geen medicijnen om ziekte te voorkomen
  • verplicht buitenspelen.

Geen kunstmest

Biologische boeren gebruiken geen kunstmest om gras harder te laten groeien of ervoor te zorgen dat er goede stoffen in het gras zitten.

De grond blijft gezonder door geen kunstmest te gebruiken. Van kunstmest krijgen het gras tijdelijk een portie ‘extra vitamines’, maar door de kunstmest komen er schadelijke stoffen in de grond en raakt de grond uitgeput.

Biologische boeren zaaien bijvoorbeeld klaver tussen het gras om te zorgen dat de koeien eiwitten binnen krijgen om lekkere melk te produceren. Al het voer wat de koeien eten moet biologisch geteeld zijn.

Geen chemische middelen

Er worden door biologische boeren geen chemische middelen tegen onkruid in het weiland gebruikt. Deze onkruidbestrijders zijn vaak slecht voor andere planten of beestjes in het land.

Het weghalen van onkruid zoals distels gebeurt op een biologische boerderij met de hand. Want ook biologische koeien houden niet van stekels in hun gras.

Geen medicijnen om ziekte te voorkomen

Er worden geen medicijnen gegeven aan koeien om mogelijke ziektes te voorkomen. Bij gangbare melk krijgen koeien soms antibiotica om te voorkomen dat koeien ziek worden, maar het is niet altijd nodig is om deze medicijnen te geven.

Biologische boeren gebruiken het liefst zo min mogelijk chemische medicijnen en eerder natuurlijke medicijnen. Als een koe erg ziek is, zal de boer in overleg met de dierenarts een gewoon medicijn geven. Dit doen we dus nooit preventief.

Verplicht buiten spelen

Koeien op een biologische boerderij gaan vaker en langer naar buiten dan koeien op gangbare boerderijen. Ze hebben ook meer ruimte buiten en binnen dan koeien op een gangbare boerderij.

Er zijn voor biologische koeien in de stal meer plekken met bijvoorbeeld zaagsel of stro waarin de koe kan liggen, per koe is er dus meer ruimte.

Kalfje met moederkoe in stro

Wat betekent dat voor de koeien, de boer en de consument?

Biologische boeren werken minder intensief met de koeien en met het land. De productie is daardoor lager, of anders gezegd meer in balans met wat het dier en het land kunnen opbrengen.

In de supermarkt

Op de biologische melk in de supermarkt staat op het pak ‘biologisch’ en er staat een groen keurmerk op het pak. Dat keurmerk is van SKAL, een stichting die controleert of de melk (van boer via fabriek tot in het pak) biologisch is.

Als je boodschappen doet, zul je merken dat biologische melk vaak duurder is dan gewone melk. Dat komt omdat een biologische koe minder melk geeft dan andere koeien, terwijl de boer hetzelfde werk (of meer werk) aan de koeien heeft.

Biologische melk hoeft niet anders te smaken, het verschil zit ‘m vooral hoe de melk wordt gemaakt. Sommige mensen proeven verschil tussen biologische en andere melk, sommige mensen niet.

Wil je meer weten over koeien of een biologische boerderij? Kom bij ons kijken; regel voor je vrienden of familie een afspraak voor een rondleiding of kom langs op één van de open dagen.

Hoeveel weegt een koe?

Kinderen stellen hele goede vragen, maar vaders kunnen er ook wat van. Op een open dag kregen we de vraag van een vader of hij een koe mocht optillen.

Het korte antwoord was ‘nee’. Een koe is heel zwaar om op te tillen, want een melkkoe weegt zo’n 600 tot 700 kilo. De melkkoeien worden nooit opgetild en zelfs de rustigste koe zou niet graag meewerken om opgetild te worden. Daardoor kan het gevaarlijk zijn om een koe op te tillen.

Hoeveel weegt een kalf?

Sterke vaders en moeders kunnen waarschijnlijk wel een kalfje optillen. Een pasgeboren kalfje weegt zo’n 40 kilo.

Een pasgeboren kalf weegt 40 kilo, pink van 1 jaar 300 kilo, een vaars 375 kilo en een melk koe zo'n 600 kilo.
Van 40 naar 600 kilo

Zodra een kalf 1 jaar is, wordt ze een pink genoemd en weegt ze zo’n 300 kilo.

Als de pink zo’n 375 kilo weegt (ze is dan ongeveer zo’n 15 maanden oud) kan ze bevrucht worden. Ze heet dan een vaars omdat ze voor de eerste keer zwanger is. Als alles goed gaat, wordt na negen maanden het kalfje geboren en is het een koe.

Wil je meer weten over koeien of een biologische boerderij? Kom langs voor een rondleiding. 

Hoeveel lammetjes krijgt een schaap?

De komende maanden, in februari en maart, verwachten we op Hoeve Ackerdijk weer de eerste lammetjes. Op Hoeve Ackerdijk zijn 30 vrouwtjesschapen. Zij worden ook wel ooi genoemd. We hebben 1 ram, het mannetjesschaap.

In februari en maart krijgen de ooien vaak hun lammetjes. Soms zijn de eerste lammetjes er vroeger, in 2015 waren de eerste er al in januari! Het eerste schaap dat dit jaar lammetjes kreeg, kreeg een tweeling en dat is bij schapen heel normaal.

Gemiddeld 2 lammetjes

Schapen krijgen vaak 2 lammetjes. Soms krijgen schapen 3 lammetjes en andere schapen krijgen er 1. Veel mensen denken dat schapen vooral wit zijn, maar er zijn ook zwarte en zwart-witte schapen. Met hun vlekken lijken ze soms net op een koe.

Je bent van harte welkom om te komen kijken, met je klas, vrienden of familie.

Twee lammetjes en een schaap

Moeten koeien sporten en andere vragen

Op 7 september brachten de leerlingen van drie Rotterdamse basisscholen een bezoek aan Hoeve Ackerdijk. Eindelijk konden de leerlingen antwoord krijgen op hun vragen; Hoe komt de melk in de fabriek, waarom staat de stier apart en moeten koeien ook sporten? The Milk Story deed verslag

In aanloop naar World Dairy Summit die dit jaar in Rotterdam georganiseerd wordt, gaan Rotterdamse basisscholen aan de slag met het programma ‘Kaaskoppen en Dokwerkers’. Via het lesprogramma ontdekken de leerlingen meer over zuivel en het belang van goede voeding en gezond bewegen.

Vandaag waren we op de boerderij van Arie en Petra van den Berg aan de rand van Rotterdam. Samen met kinderen van drie basisscholen – Jan Prinsschool, Montessorischool Kralingen en Valentijnschool – ontdekken we waar melk vandaan komt. We krijgen een rondleiding over het erf, waarbij de kinderen eerlijke en oprechte vragen kunnen stellen aan de boer. Want wat heeft het platteland eigenlijk met de stad te maken? En waarom staat de stier in een apart hok?

Vragen voor de Boer

Boer Arie zit er klaar voor. Op zijn trapje zit hij midden in de kring van kinderen die op de hooibalen hebben plaatsgenomen. Op school hebben zij al vragen gemaakt voor de boer en de vraag die in Rotterdam natuurlijk niet mag ontbreken is: “bent u voor Feijenoord?” Na een bevredigend antwoord voor velen, gaat het gesprek al gauw over de melkveehouderij. “Hoe komt de melk in de fabriek?”, “Bent u zelf vegetariër?” en “Worden de koeien op de boerderij geslacht?” Een meisje vraagt zich af of Arie wellicht liever niet-biologisch zou willen boeren om zo meer geld te kunnen verdienen. Arie legt uit dat het een misvatting is dat de melkprijs voor biologische boeren lager ligt en dat hij helemaal achter de filosofie van biologisch boeren staat. En, hij is geen vegetariër. Arie vertelt dat een boer een hechte band heeft met zijn koeien omdat ze zo lang bij hem zijn. Maar wanneer een koe ziek of te oud is wordt zij naar de slacht gebracht. Het vlees van de koe wordt gelukkig nog wel gegeten.

In het weiland

Na de vragenronde geven Arie en Petra een rondleiding over de boerderij. Het land ligt op veengrond, een hele zachte bodemsoort, dus als je springt voel je de grond op en neer gaan. Daar leren de kinderen over het belang van de klavers in de wei, die stikstof uit de lucht halen en over de bescherming van de weidevogels. Er is zelfs een speciaal eiland gemaakt voor het visdiefje, een vogel die alleen maar op een eiland kan wonen.

Een kind vraagt zich af of er ook een koe rondloopt die Bertha heet. Arie vertelt over de gele labels in de oren van de koeien waar hun gegevens op staan. Hij kan ze scannen zodat hij precies weet welke koe het is. “Martha 144”, bijvoorbeeld. De namen van de koeien zijn eigenlijk hun achternaam, het nummer daarachter is de voornaam. Er lopen daarom tientallen Aafkes, Martha’s en Irene’s in de wei. De stier staat voor de veiligheid apart en omdat hij anders zijn eigen kinderen gaat dekken.

Melkput

We lopen langs de kalfjes en komen uit in de melkput waar de koeien worden gemolken. Koeien geven 10 liter melk per keer. “Weten jullie eigenlijk wanneer een koe melk geeft?”, vraagt de boerin. ”Na twee maanden”, gokt iemand, “of na een jaar?” En dan begint het langzaam bij de kinderen te dagen dat een koe pas melk geeft op het moment dat er een kalfje is geboren. Dat betekent dat niet alle kalfjes kunnen blijven omdat de stiertjes natuurlijk geen melk  geven. “Zielig”, maar dat is hoe het gaat op een boerderij.

Na de rondleiding mogen ze dan eindelijk de melk proeven. Niet alle kinderen houden van melk of karnemelk.  Gelukkig is er ook Chocomel en yoghurtdrink.

Boerenbolderbaan

De leukste vraag die we hoorden was of de boer wel eens met de koeien sport. Dat is niet het geval, maar de kinderen mogen wel  gaan sporten. In het weiland is een grote boerenbolderbaan gebouwd waar de kinderen onder begeleiding van een sportcoach los mogen gaan.

De kinderen zijn uitgeput en gaan weer met de bus naar huis. De boer nog lang niet, alle Aafkes, Martha’s en Irene’s moeten nog worden gemolken.

Dit verhaal is overgenomen van The Milk Story en geschreven door Pauline Schouwenburg van de redactie.