Winterwandeling

Rondleidingen en praten over de boerderij, we doen het graag. Vaak komen groepen als het mooi weer is, want dat wandelt wel zo lekker. Terwijl er ook een hoop te zien is in de winter. Daarom hebben we 11 januari een winterwandeling op de boerderij georganiseerd. Nu was het weliswaar geen winterweer, maar dat valt niet te plannen.

Winterwandeling op de boerderij

In de winter zijn alle dieren – behalve de schapen – op stal. De dieren zitten binnen en daarom valt er meer te zien en te vertellen dan anders. Dagelijks zorgen we ervoor dat de dieren eten en een schone ligplek hebben. De melkkoeien melken we in de ochtend en de avond. Dat vult de dagen aardig goed.

Tussendoor doen we erfonderhoud en zijn we druk bezig met de sloten en greppels open te houden. Zo kan het regenwater goed wegstromen naar de gemalen. Dat is voor ons erg belangrijk omdat onze polder ongeveer 2,5 meter onder NAP zit. Bij een hoge waterstand ‘verdrinkt’ het gras en groeit het in de lente niet.

In de winter wandelen voor de Kring-Loop

Dinsdag wandelden we 10 kilometer naar Den Haag voor de Kring-Loop. (Biologische) melkveehouders en akkerbouwers, samen met een groot aantal organisaties, hebben aan minister Schouten een tien-stappenplan aangeboden over de toekomst van de landbouw in Nederland.

Uitdagingen zijn er genoeg, maar een positief beeld over de toekomst leek er de afgelopen maanden niet te zijn. Wij vinden van wel.

Als boeren, overheid en consumenten stappen zetten naar een duurzaam, natuur-inclusief en lokaal gericht voedselsysteem, is er veel mogelijk. Voor natuur, voor de consument en voor boer. Het is dan wel belangrijk dat er over de lange termijn wordt nagedacht, met een stip op de horizon waar alle partijen naartoe blijven werken.

Ermee beginnen kunnen we vandaag al, kom vooral eens langs bij ons op de boerderij 🙂

Winter werkzaamheden

Wat zijn de winter werkzaamheden op een boerderij? Het is vooral onderhoud van afwatering van het land en het tevreden houden van de koeien in de stal. Al is dat laatste niet heel lastig.

Winter op de boerderij

De laatste koeien zijn half november de stal in gegaan, dus voor ons is de winter nu begonnen. De melkkoeien zijn al een paar weken continu binnen en vonden het wel prima. Alleen de schapen lopen nu nog buiten, die hebben geen last van de kou of de regen.

In februari/maart als ze tegen het lammeren aan zitten, zetten we ze op stal om ze in de gaten te houden en te helpen waar nodig. Tot die tijd onderhouden ze het land, ze houden het gras kort en eten de (on)kruiden die de koeien lieten staan. Gratis grasmaaiers zijn het.

Zorgen dat het water wegkan

Om het land lente-klaar te maken moet je eigenlijk niet meer met de trekker het land in. We zitten op veengrond, de draagkracht is laag, zeker met veel regen. Maar, het water moet ook weg kunnen, via greppels naar de sloten, naar de doorgang van het waterschap en zo het gebied uit gepompt.

Winterwerkzaamheden op een boerderij betekent de greppels openhouden en de doorgangen naar de sloten – dit zijn buizen onder de grond omdat je over de kopakkers moet kunnen rijden met de trekker. Met een schep is het zoeken naar de buizen, in het land en in de slootkant.

Tijdens de weidegang vertrappen de koeien deze doorgangen, en groeit er gras waar het niet zou moeten. Beide doorgangen moeten open zijn, zodat het overtollige water weg kan. Een werkje wat op tijd gedaan moet worden om schade aan het land en extra werk bij hevige regenval te voorkomen.

Weinig spanning voor de koeien

Voor de koeien is de stalperiode een eentonige vertoning totdat ze weer naar buiten mogen. We scheren ze zodat ze schoon blijven in de stal. Korter haar houdt minder stof en mest vast. Bovendien kunnen ze zo beter de warmte kwijt; een koe heeft liever een frisse omgeving dan een warme stal. En schone staarten en uiers maakt het melken gemakkelijker.

In de winter zitten de koeien in de potstal (foto Natuurlijk Boeren)
Koeien in de potstal (foto natuurlijk boeren)

Verder hebben de beesten weinig spanning en variatie, maar daar houden ze ook van. Het liefst is elke dag voor een koe hetzelfde. Twee keer per dag melken, altijd voer om te eten en verder in de ligbox om te luieren: een koe ligt het grootste deel van de dag te herkauwen.

Tot de staldeuren weer opengaan en ze naar buiten mogen. Maar dan is het al lente. Ik kijk er alvast naar uit.

Hoe vangt een boer een koe?

‘Een koe geeft pas melk nadat ze gekalfd heeft. De eerste melk (ook wel biest genoemd) is belangrijk voor het kalfje, want daar zitten veel extra voedingsstoffen in. Het kalfje moet binnen de zes uur biest drinken. De volgende negen maanden geeft een koe ‘gewone’ melk, steeds wat minder tot ze weer ‘droog’ staat en niet meer gemolken wordt. Tot het volgende kalfje geboren wordt.

We weten ongeveer wanneer een koe een kalf krijgt

Vroeger hield een boer de status van alle koeien bij in een boekje. Inseminatiedatum, verwachte kalfdatum, lactatieperiode etc. Nu is daar natuurlijk een app voor. Dus we krijgen op tijd een ‘ping’, en zien zo’n tien dagen voor de verwachte datum wanneer een koe ongeveer gaat kalven. De geboorte gaat bijna altijd zonder tussenkomst van boer of veearts, al houden we wel een oogje in het zeil. Bij een vaars – een nieuwe koe die voor de eerste keer gaat kalven en dus een melkkoe wordt – twee ogen.

Een koe laat ook wel zien dat het kalfje er aan komt. De uiers bollen een paar dagen van tevoren op, en ongeveer op de dag zelf zie je dat de banden (de heupen) van de koe erg inzakken. Dan is het opletten geblazen.

Maar terug naar de app. Die heeft het niet altijd bij het goede eind, want het is ook maar een verzameling data. Soms kalft een koe heel wat eerder dan verwacht, bijvoorbeeld omdat de inseminatie bij een eerste keer is gelukt – terwijl een tweede (of derde) keer nodig leek. Dit gaat in sprongen van drie weken. Onze ‘droge’ koeien lopen op akkers los van de boerderij, omdat we de percelen aan de boerderij gebruiken voor de melkkoeien. Dus we kijken op de app, zien dat een koe over een week gaat afkalven en halen die dan op met de veewagen. Op de boerderij krijgt ze een eigen strohok waar ze kan eten, luieren en afwachten.

Toch onverwacht een kalf in de wei

Behalve dus, als de koe plotseling gekalfd heeft. Dan loopt er opeens een kalfje in de wei. Op zich is dit geen probleem, we halen het stel dan samen op.

Maar afgelopen week liep het anders. Donderdag kalfde een koe in de wei en dat zagen we pas ’s avonds. In het donker koeien ophalen is geen goed idee, en moeder en kalf redden zich wel als het kalfje maar gedronken heeft.

Koe en kalf in de wei

Dus de volgende dag gingen we kijken. Wel een koe, geen kalf. De slootjes nalopen, nog steeds geen kalf. Zo’n beest is qua grootte toch vergelijkbaar met een kleine Deense dog, maar kan zich wel in een greppel of brandnetelbos klein maken en verstoppen. Met tegenzin hebben we de moeder toch meegenomen, want die moest gemolken worden om uierontsteking te voorkomen.

Hoe vang je een koe?

De dagen erna hebben we nog de sloten en greppels afgezocht naar het kalfje. Die moest toch ergens zijn. We hadden de hoop eigenlijk al opgegeven toen zaterdagmiddag een fietser aangaf een kalf in de sloot te hebben gezien, ons kalf. Ondertussen was ze hongerig en wat verwilderd, lees: niet te vangen. Zondagmiddag hebben we besloten de moederkoe terug op de veewagen te zetten en naar het kalf te brengen. Die vonden elkaar snel en het kalf schoot naar de uier. En beide werkten absoluut niet mee aan een ritje terug naar de boerderij. Pas maandag, met wat hulp van hekken en onze medewerker, hebben we het duo in de wagen gekregen en terug naar de boerderij kunnen brengen.’

Koe en kalf in het hok
Koe en kalf in het hok
Kalfje in het hok
Kalfje in het hok

Hitte

Boer ben je zeven dagen in de week. Koeien moeten iedere dag eten en gemolken worden. Het overige werk kan je nog wel enigszins plannen. Al hoor ik van andere boeren dat meer dan een paar weken vooruit plannen onmogelijk is. Natuurlijk weet je welk werk er per seizoen moet gebeuren, maar wanneer je dat precies kan doen, dat ligt aan het weer.

Plannen als boer is lastig

Het weer en dieren, twee dingen die zich lastig laten inplannen. Als een koe kalft, gebeurt dit dikwijls ’s nachts. Of nadat je bent omgekleed zodat en vlak voordat je wat leuks wil gaan doen in de stad. Het hoort erbij, je kan er moeilijk kribbig om worden.

Ook het weer bepaalt je planning, of eigenlijk je vermogen om van je planning af te wijken zonder dat het dagelijkse werk in de soep loopt. Met het natte voorjaar konden we pas laat de koeien naar buiten doen. Een gevolg daarvan is dat ze meer van de wintervoorraad opmaken. In mei en juni hebben we goed kunnen weiden en maaien – rekening houdend met het late broedseizoen van de weidevogels. Drukke maanden, met veel werk en lange dagen.

Geen regen

Nu lopen we tegen een andere uitdaging aan: het gebrek aan regen. Een boer is als een van de weinigen in de zomer blij met een goeie regenbui. Dat betekent namelijk vocht voor het gras om te groeien. Nu is het al weken droog en groeit er niks, ons land ligt er maar armoedig en vergeeld bij. Normaal gesproken kunnen we het land ook bemesten, maar dat heeft vooral zin als het (licht) heeft geregend. Niet aan de orde dus. 

Voor de koeien is er ook weinig maar weinig te eten, wat weer minder melk en inkomsten als gevolg heeft. We voeren ze bij met het in mei gemaaide wintervoer en wachten op regen. Veel meer kan je niet doen, behalve dan een terrasje pakken.

Maaien en weidevogelbeheer

De koeien lopen nu een goede maand buiten, de lammetjes van februari zijn al bijna tot schapen uitgegroeid en het broedseizoen van de weidevogels is ook goed onderweg. Hoe kan maaien helpen met weidevogelbeheer?

Boeren en loonwerkers zijn druk bezig het gras te verzamelen voor de winter. Je zit hele dagen op de trekker: hectares maaien, schudden en wiersen. En dan ben je na twee dagen goed weer ’s avonds tot zonsondergang bezig om het gedroogde gras in te kuilen of de geperste balen op te halen. Tussendoor moet het normale werk ook gedaan worden: koeien melken en de lammetjes, schapen, kippen en kalveren voeren. Kortom: je maakt lange dagen. Oh, en wat jong grut angst aanjagen door ze op te pakken en te fotograferen:

Beschrijving: http://www.hoeveackerdijk.nl/wp-content/uploads/2018/05/DeEPBcwWsAEyjIH-225x300.jpg
Kleine weidevogel

Al het grasland in 1x maaien?

En of je het gras nu op het erf inkuilt en afdekt, of in balen laat persen en later ophaalt, het eindresultaat is een wei met kort gemaaid gras. Je kan er voor kiezen al het grasland in één keer maaien, je hebt namelijk maar een erg korte periode waarin het gras kwalitatief goed voer oplevert. Te vroeg maaien en het mist voedingswaarde, te laat en het is te lang en te droog, te veel regen erop en het schimmelt kapot door broei.

Het nadeel van alle weiden in één keer kort maaien is dan wel dat er voor weidevogels geen beschutting meer is. Niet om de nesten te beschermen tegen kauwtjes, niet voor de kuikens van grutto’s en tureluurs om te schuilen tegen ooievaars, en er is voor alle vogels weinig te eten.

Weidevogelbeheer

Mijn ouders zijn al jaren intensief bezig met weidevogelbeheer, mijn vader was een van de initiatiefnemers van Vockestaert. Boeren krijgen bijvoorbeeld een vergoeding om de nesten te beschermen en/of later te maaien. Sinds een paar jaar hebben we ook een halve hectare in het broedseizoen een paar centimeter onder water staan, met dank aan een pomp op zonne-energie. Deze plas-dras geeft de vogels de ruimte om te foerageren.

In etappes maaien

Wij maaien zo’n 8 á 10 hectare per week, rijden langzaam tijdens het maaien zodat je kan zien wat er rondloopt en behouden een mozaïek van het geweide (door koeien leeg gegeten), gemaaide en het ongemaaide grasland.

Het resultaat is een groot aantal nesten, en een succesvol broedseizoen. Terwijl ik dan de koeien haal om ze te melken, of de polder inloop om de schapen te tellen zie je en hoor je de vogels druk bezig zijn. Natuur naast de stad. Ik hoop dan ook dat ik de succesvolle aanpak van mijn ouders door kan zetten, zodat onze polder een levendige polder voor vogels blijft.

Af en toe organiseren we een weidevogelsafari, schrijf je in voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

De stad op de boerderij

Afgelopen zondag was onze boerderij het toneel voor De Stad Uit, een organisatie die jongeren uit de Rotterdamse binnenstad het platteland en de natuur in stuurt.

Er waren ongeveer 120 jongeren bij ons op het erf. Samen met de mensen van De Stad Uit hebben ze, sommige met hun ouders, over het erf gezworven en zo geleerd over koeien, zuivel en het boerenvak. Ze hebben de slootjes onderzocht naar beestjes, met de platte kar achter de trekker het land in gereden om vogelnestjes te spotten – de weidevogelsafari-, een stormbaan overwonnen (toegegeven, dit was bedoeld om de overdaad aan energie er uit te rennen) en ze hebben van verschillende melkproducten geproefd.

Volgens onze gasten, de organisatie en ons was het een succesvolle dag. De foto bij deze link naar Rijnmond is trouwens niet van onze koeien, die gaan aanstaande zaterdag om 11 uur naar buiten. 

De kinderen hebben tijdens meerdere rondleidingen al hun vragen kunnen stellen over de dieren, het land, de melk en andere dingen rondom boerderij. Het is dan altijd leuk om de opvallendste vragen eruit te pakken:

  • Komt chocolademelk van bruine koeien?
  • Hoe hard gaat de trekker?
  • Wanneer legt een kip een nugget?

Maar het viel eigenlijk meer op dat de kinderen juist al veel wisten: over dierverzorging, melk pasteurisatie en bijvoorbeeld hoeveel magen een koe heeft. Toch redelijk specifieke kennis.

Dit kan door Freek Vonk komen, zoektochten op het internet of door de diverse achtergronden van de kinderen. Kinderen met familie in Marokko of Turkije krijgen op vakantie wellicht nog wel wat kennis mee van ooms en tantes op boerderijen. En dat konden ze afgelopen zondag dan weer aan hun klasgenoten vertellen.

Ik was blij verrast dat kinderen die in hun dagelijkse leven niet met deze dingen in aanraking komen zo enthousiast en geïnteresseerd waren.

U kunt er ook meer over lezen op het BIO Journaal.

De lente is begonnen

De lente is vorige week begonnen. Officieel pas op 20 maart, maar op de boerderij begint de lente als de eerste lammetjes zijn geboren. Tenminste, dat vind ik. Schapen zijn wat dat betreft seizoensdieren, meer dan koeien dat zijn. Ze worden “verliefd” op de herfst en bevallen in de lente.

12 lammetjes geboren

De schapen hebben haast gehad, want in één week tijd hebben we twaalf (!) lammetjes, van vijf verschillende moeders. Een vierling, een drieling, een tweeling en drie eenlingen.

Eenlingen zijn altijd groter dan meerlingen, maar voor de geboorte maakt dat niet altijd wat uit. Na de geboorte hebben de meerlingen wel meer aandacht nodig, want een schaap heeft maar twee spenen. Meestal voeden we lammetje #3 en #4 dan bij. Later, als ze weer in de wei lopen, zijn dit de schapen die naar je toe komen en minder schuw zijn dan de rest.

Tot twee weken terug liepen de schapen nog buiten, de kou deert ze dankzij hun dikke wol niet. We wilden ze wat dichter bij huis hebben om ze te kunnen helpen indien nodig, en prompt waren er vijf schapen die gingen lammeren.

Een schaap een beetje helpen

Dat gaat meestal zonder hulp, al moet je af en toe even een handje bijsteken. Ook na de geboorte: de moeder likt de lammetjes dan droog, maar soms moet je lammetje #2 even extra dicht bij de moeder leggen. Vooral als dit voor haar een eerste keer is, ze kan dat lammetje anders afstoten. Een koe zal voor een ander kalfje zorgen, maar een schaap richt zich meer op de eigen kroost.

Kuikens op de boerderij

Naast de lammetjes zijn er sinds kort ook kuikens op de boerderij. We hadden al een klein peloton kippen, maar nu zijn we aan de slag met een nieuwe generatie. Ze hebben een zware start gehad, want met -5 graden Celsius kwamen ze bij ons aan. Met een warmtelamp, een af te sluiten hok met veel strooisel en voldoende water en voer om te groeien doen ze het erg goed.

Nieuwe kuikens op Hoeve Ackerdijk

Inspiratie op de Bio-Beurs

Door de fosfaatrechten verandert er in 2018 veel voor boeren met melkkoeien. Op de Bio-Beurs deed ik inspiratie op voor een andere groei van Hoeve Ackerdijk.

Door de introductie van fosfaatrechten geldt een plafond voor wat een boerderij mag produceren. Dat ging tot een paar jaar geleden via het melkquotum, nu via de maximale mestproductie. Het verschil is dat de grens hard gelegd wordt, en overproductie niet zomaar bijgekocht kan worden. Je boerderij als ondernemer laten groeien is zo erg lastig geworden. Hoe je daarmee omgaat verschilt – uiteraard – per boer en boerderij.

Groei voor de boerderij

De gebruikelijke weg in de landbouw is schaalvergroting, efficiënter werken en kosten drukken. Op zich niets mis mee, ware het niet dat dit niet langdurig vol te houden is. Voor de boer niet, en voor de biodiversiteit in de bodem en op het land niet.

Een andere mogelijkheid is  je product en de afzet hiervan (deels) in eigen handen nemen. Dat is een stap die je niet zomaar neemt. ‘Zuivelen’ is een ambacht, kost tijd en je afzet is opeens onzeker. Even om je heen kijken of ‘gluren bij de buren’ is dan zeker aan te raden.

Weer een andere mogelijkheid is de deuren openen naar een gemengd bedrijf. Vroeger betekende dit dat je als varkensboer bijvoorbeeld ook koeien ging houden. Nu richten boeren zich nu op andere sectoren, zoals de zorg: ze voorzien bijvoorbeeld een dagbesteding voor ouderen, of mensen met een beperking. Voeten op het erf krijgen, noem ik dat. En zo de verbinding leggen met de omgeving, met de stad.

Inspiratie op de bio-beurs

Logo van de BioBeurs. De biologische vakbeurs

In januari werd in Zwolle de tweedaagse Bio-beurs voor ondernemers georganiseerd. Geopend door koningin Maxima, met een betrokken verhaal van landbouwminister Schouten over de biologische sector.

Ik zag daar dat de sector groeit, en ze is van nature een broedplaats van buitenbeentjes, innovatieve ondernemers, van mensen die met een andere blik naar hun (agrarische) bedrijf kijken. Ik herkende er veel thema’s van onze eigen boerderij. Hoe leg je als boer aan de consument uit wat je allemaal doet? Hoe vertel je het verhaal van je product? Maar ook essentiëlere vragen: waar sta je voor, welke waarden draag je uit?

Ik herkende er veel thema’s van onze eigen boerderij. Hoe leg je als boer aan de consument uit wat je allemaal doet? Hoe vertel je het verhaal van je product?

Bas van den Berg

De handhaving van de fosfaatrechten zal een flinke impact hebben voor de gehele melkveehouderij. Hoe eerlijk het is kunnen we over twisten, maar het is er en we moeten ermee verder. Het stelsel dwingt om kritisch naar je bedrijfsvoering te kijken. De Bio-beurs laat zien dat er ook andere (groei) mogelijkheden zijnen dat er al veel initiatieven zijn om over na te denken.

Sneeuwpret op de boerderij

Onze boerderij is zondag en maandag bedekt geraakt onder een flinke laag sneeuw, net als de rest van Midden Delfland. Sneeuwpret op de boerderij! Dat levert altijd mooie plaatjes op en ook flink wat werk.

De koeien staan alweer een paar weken dag en nacht binnen in de stal, dus die hebben geen last van de sneeuw. Met zeildoeken kunnen we de open kanten van de stal afdekken, dus de wind krijgt ook geen vat op ze. Onze schapen lopen nog wel buiten, maar die hebben nog een dikke vacht, dus die redden zich prima. Ook de schapen die we hebben “ingehuurd” om het natuurgebied dat we beheren kaal te eten lopen er nog vrolijk bij.

Kuilgras onder een laag sneeuw

Sneeuw schuiven

De overlast die de sneeuw veroorzaakt is dus voornamelijk voor de mensen op de boerderij. Sneeuw schuiven en zout strooien houdt de oprijlaan en het erf netjes en veilig. Gelukkig hebben we een schuif van drie meter breed die aan de trekker gezet kan worden, dat scheelt nogal wat uren handwerk. Maar koud is het wel. Zo blijft de oude stal achter het woonhuis, sinds anderhalf jaar een kinderdagverblijf, de hele week goed bereikbaar.

Water wegpompen

De sneeuw was het probleem nog niet, het is vooral de dooi en de vele regen geweest. De regen smelt de sneeuw, en al dit water wil dan in één keer weg. De bodem is verzadigd, dus het water blijft staan en zo verdrinkt binnen een week het gras. Dit leidt in de lente tot open plekken, waar dan meer onkruid dan gras zal groeien. Het overtollige water moet dus door het irrigatie systeem weg kunnen vloeien. Maar, de greppels, de sloten en het gemaal konden dat niet aan. Met als gevolg flinke vijvers in het land, waar toch echt gras te zien moest zijn.

Met een pomp aan de trekker helpen we onze windmolen om het waterniveau in de sloten  te laten zakken. Pas hierna heeft het nut om greppels na te lopen en deze te openen. Verder ben je afhankelijk van het Waterschap, kunnen hun pompen al dit water naar de Schie krijgen?

Als boer ben je nu – midden in de sneeuw en de kou – dus eigenlijk al bezig met de lente. En de kinderen van het dagverblijf? Die spelen in de sneeuw en zien geen zorgen.

Houden zo.