Aafke 336 en Kootje 78 – Even voorstellen

We vertellen op open dagen en op rondleidingen graag over onze boerderij. De koeien die voor de melk van onze producten zorgen stellen we niet altijd voor. Daarom vullen we de reeks ‘Even Voorstellen’ weer aan. Dit keer zijn de twee koeien die we voorstellen, Aafke 336 en Kootje 78.

8535 – Aafke 336

Net zoals Grietje 186 heeft Aafke 336 (foto rechts) ook een truukje geleerd. Ze kan de deuren van de melkput niet openkrijgen; wel kan ze aan de touwtjes in de melkput trekken. Handig, want zo komt er voer (biks) in de voerbakken.

Ze heeft een goede samenwerking met Grietje, die aan de deur aan het pielen is tot deze open is. Vervolgens stormt Aafke er achteraan om zichzelf eens lekker veel eten te geven. 

Een beetje teveel biks op 1 dag is niet zo’n probleem, maar als een koe zich echt vol eet dan komt er een soort plak pap in de pens zonder ‘structuur’ voer zoals hooi. Deze plak kunnen koeien niet verteren en ze kunnen er dan flink ziek van worden. Het lijkt dus niet zo erg, maar we letten wel streng op dat het niet gebeurd.

8884 – Kootje 78

Kootje 78 (foto links) komt uit een familielijn die het bij ons op Hoeve Ackerdijk goed doet. Haar moeder (8711) en oma (8306) lopen ook nog steeds op het erf. Deze nummers zijn het werknummer van de koeien (een soort verkort BSN). De 78 van Kootje betekent dat ze de 78e koe is uit de “Kootje” familie op Hoeve Ackerdijk. 

Kootje 78 een mix van Montbeliard en Holstein, zoals de meeste van onze koeien. Holstein koeien geven veel melk, maar hebben ook veel en hoogwaardig voer nodig om dat te doen. Dat lukt op een biologisch bedrijf simpelweg niet, daarom hebben wij ook veel Montbeliard koeien. Die geven weliswaar wat minder liters melk – maar dan wel met een hoger eiwit en vet percentage – maar het voordeel is vooral dat deze koeien het goed doen op een rantsoen van bijna uitsluitend gras. De Montbeliard koeien zijn wat robuuster en leven langer. We hopen dus nog lang met Kootje aan de slag te kunnen.

Aafke of Kootje ontmoeten?

Een rondleiding met een kleine groep is mogelijk. U kunt contact opnemen met Bas via bas @ hoeveackerdijk.nl. Ook thuis kunnen we u koeien voorstelen via de blog. Lees bijvoorbeeld over Grietje, Irene en Aafke 351.

Aafke 351 – Even voorstellen

We vertellen graag over onze boerderij en laten ook zien wat we doen. Maar we stellen onze ‘medewerkers vaak niet voor. Daarom deze reeks waarin we onze koeien aan u voorstellen. Want over iedere koe valt wel iets te vertellen. Vandaag: Aafke 351.

koe Aafke 351

8996 – Aafke “Betty” 351

Aafke was als kalf een twijfelgeval. Ze heeft een goed presterende moeder, maar die kregen we niet gemakkelijk drachtig. Dus kozen we een stier met betere vruchtbaarheidscijfers, zodat de moeder makkelijker drachtig zou kunnen worden.

Wanneer er zulke kalfjes geboren worden, gaan deze vaak naar een kalvenfokkerij, omdat het meestal geen geweldige melkkoeien worden. 

Maar, Aafke zag er wel heel schattig uit met haar egaal donkere vacht en bruine streep op de rug. Dus we namen de gok, want soms is dat ook gewoon leuk.

En Betty (naar het liedje “Black Betty” van Ram Jam, zoals boer Bas haar altijd noemt) is nu bijna 3 jaar oud, geeft prima melk in haar 1e lactatie periode en mag gewoon blijven.

Haar donkere vacht komt omdat ze voor 25 % van het ras “Brown Swiss” is, de rest is een mix van Montbeliard en Holstein.

Eerdere koeien in deze reeks zijn Grietje 186 en Irene 203 – de baas.

Aafke ontmoeten?

Een rondleiding met een kleine groep is mogelijk. U kunt contact opnemen met Bas via bas @ hoeveackerdijk.nl

Irene 203 – Even voorstellen

We vertellen graag over onze boerderij en laten ook zien wat we doen. Maar we stellen onze ‘medewerkers vaak niet voor. Daarom deze reeks waarin we onze koeien aan u voorstellen. En over iedere koe valt wel wat te vertellen. Vandaag: Irene 203.

8872 – ‘De baas’

Dit is Irene 203, ofwel de 203e uit de “Irene” familie van Hoeve Ackerdijk. Irene is de achternaam, het nummer de voornaam, en 8872 is het werknummer (of het verkorte BSN nummer van de koe, dat iedere koe in Nederland heeft). Sinds Irene 001 zijn er dus een heleboel kalfjes geboren, waarbij enkel de dames een naam krijgen, de stiertjes enkel een werknummer.

Deze Irene heeft als bijnaam ‘de baas’ gekregen, omdat ze nogal bazig is. In iedere koppel (groep) koeien is een hierarchie en per ~40 koeien is er eentje de baas. Deze staat als eerste in de melkput, zoekt het lekkerste voer uit (lees: duwt de rest weg tot ze er staat) en loopt als een van de eerste naar buiten en ook weer naar huis. De rest volgt.

Dit proces gaat niet altijd vriendelijk, er gaat nogal wat geboks aan vooraf. Zo ook bij deze dame. We waren vergeten haar als kalf te onthoornen, dus toen ze als vaars (zo heet een koe nadat ze haar eerste kalf heeft gehad) bij de koeien kwam, had ze een voordeel: als enige koe had ze hoorns. Ze stond iedere koe te pesten en dat gaf weer onrust bij de rest.

Dus toen hebben we met de veearts de hoorns weggezaagd, en twee dagen later stond ze weer onderaan de hiërarchie. Iedere koe waar ze langs liep gaf haar een paar tikken, om haar terug te pakken leek het wel. Dat was twee jaar geleden en nu staat ze toch vooraan in de koppel. Zonder hoorns, maar met karakter. Verder is ze heel lief hoor.

Eerdere koeien in deze reeks zijn Grietje 186.

Grietje 186 – Even voorstellen

We vertellen graag over onze boerderij en laten ook zien wat we doen. Maar we hebben onze ‘medewerkers’ nog niet voorgesteld. Dus bij deze; het begin van de reeks waarin we onze koeien aan u voorstellen. En over iedere koe valt wel wat te vertellen. Vandaag: Grietje 186.

8515 – Grietje 186

Dit is Grietje 186. Deze dame gaat al tien jaar mee op ons bedrijf. Ze heeft nog niet de bijnaam ‘oma’ gekregen, want er zijn nog wel tien oudere koeien op het erf. Toch valt er wel wat te vertellen, want Grietje is nogal een ondeugende koe.

Ze krijgt namelijk de deuren van de melkput open. Koeien hebben, vooral in de winter als ze op stal staan, veel tijd om de boel eens goed te bekijken en wat dingen uit te zoeken. En ze weet, “als die deur opengaat dan word ik gemolken”. Maar vooral: “als die deur opengaat dan krijg ik biks”. Ze heeft zichzelf dus ‘ge-Pavlovd’ en doet nu te pas en te onpas de deuren van de melkput open.

Op zich is dat niet erg tijdens het melken, want dan staat er toch al een rij. Maar ’s nachts als wij niet in de stal zijn, moeten de deuren nu dus op slot, omdat we anders de volgende ochtend binnenkomen met een melkput vol koeien die onrustig staan te wachten. En er meestal ook een bende van hebben gemaakt.